Een succesvolle tandem
Met het kabinet-Van Agt I (CDA en VVD) kreeg Nederland opnieuw een confessioneel-liberaal kabinet, zoals dat ook gebruikelijk was geweest in de periode 1959-1971. Minister-president Van Agt (CDA) en vicepremier Wiegel (VVD) konden het opmerkelijk goed met elkaar vinden en vormden een succesvolle tandem bij het leiden van de ministerraad. Zij zetten zich dan ook nadrukkelijk af tegen hun voorganger Den Uyl (PvdA) en spraken zelfs van ’puinruimen’.
In de praktijk was het economisch-financieel beleid van het kabinet-Van Agt I echter niet wezenlijk anders dan dat van het kabinet-Den Uyl. Niet alleen hadden de beide kabinetten in hoge mate een vergelijkbare crisisaanpak, maar ook faalden zij, mede door de zeer ongunstige economische ontwikkelingen, grotendeels in de uitvoering van hun voorgenomen beleid.
Gedogen
Nog een overeenkomst waren de dualistische verhoudingen. Onder Den Uyl hadden drie van de vijf coalitiepartners zich in het parlement ‘gedogend’ opgesteld. onder Van Agt was één van de coalitiepartners – nota bene het CDA, de partij van de premier – ten dele gedoogpartij. Het ging om ongeveer tien leden op de linkerflank. Deze zogeheten ‘loyalisten’ steunden het kabinet dus niet zonder meer, maar beoordeelden het zakelijk. Ook deze factor droeg er natuurlijk verder aan bij dat de doorzettingsmacht van het kabinet-Van Agt I niet optimaal was. Het was immers nooit helemaal zeker of een meerderheid het kabinet zou steunen.
Minister Wiegel (VVD) en premier van Agt (CDA) tijdens de algemene beschouwingen op 5 oktober 1978. Foto: Koen Suyk, Nationaal Archief.
De coalitiepartners in het kabinet-Van Agt I konden goed met elkaar overweg. Het kabinet-Van Agt I was het enige kabinet in de lange jaren zeventig dat de rit volmaakte. Toch was ook dat niet zonder slag of stoot gegaan.
WOR en WIR
Tweemaal traden er tussentijds ministers terug omdat ze het niet eens waren met het kabinetsbeleid. Ook bevond het kabinet zich twee keer op de rand van een crisis: in december 1979 over de kwestie van de kruisraketten en in juni 1980 aangaande de olieboycot jegens Zuid-Afrika.
Tot de belangrijke wetgeving die onder Van Agt tot stand kwam, behoorden de nieuwe Wet op de ondernemingsraden (WOR) en de Wet op de investeringsrekening (WIR), en voorts de Wet op het basisonderwijs en de Abortuswet.